Bij Ons Thuis, geschreven door Wim van Delft in 2007, met medewerking van zijn broers en zussen: Wijnand, Cees, Mien, Harrie, Leo,Mari, Piet, Riek, Trees, Tini en André.

Donderdag 1 september 2011. Interview met Wim van Delft (81)

In de jaren voor 1950 liep bijna iedereen op klompen; deze waren ’s winters warm, en het was nog goed voor de voeten ook. Op de lagere school stonden dan hele rijen klompen onder de kapstokken, om reden dat er in het leslokaal te veel lawaai was. Onder het speelkwartier deed hij soms dienst als wapen, als men ruzie had.
De jongens droegen hoge gele klompen, en de meisjes lage gele met een riempje erover.
In vroeger tijden liep na St. Nicolaas iedereen op nieuwe klompen. Deze werden vooral in Schijndel en Sint Oedenrode gemaakt van kanidasch hout. Met St. Nicolaas werd door de kinderen altijd de klomp gezet, met daarin wat wortelen en wat haver voor het paard.
Meestal werd door ons vader de nieuwe klompen voorzien van leer, dat met klompenspijkers werd vastgezet zodat ze wat langer mee konden gaan. Als de kap van de klomp eraf ging, dan werd er een ijzerdraad over gedaan, later een ijzeren bandje. Als wij soms hard moesten lopen, of over de sloten springen, dan pakten wij de klompen in de hand; dan ging er de kap niet zo gauw af.
De klompen werden zaterdags altijd schoongemaakt en gewassen. Er werd vroeger nogal eens iets uitgehaald met klompen. Als men ruzie had, of de pik op iemand had, werd er soms een dooie muis in gelegd of een kattenstront in gedaan. Mijn schoonvader heeft mij dikwijls verteld over Piet van Schijndel, die in de oorlogsjaren controleur was bij het slachten van varkens. Bij controle bleek dat een boer in overtreding was, en die kreeg een bekeuring. De boer dacht, ik zal hem eens hebben, en deed wat varkensbloed bij Piet in zijn klompen. Bij vertrek voelde Piet nattigheid en hij dacht even na. De boer lachte en dacht: nu heb ik hem ook te pakken. Piet dacht wat nu; hij ging de keuken en de kamer door met zijn sokken onder het bloed, en vertelde de boer dat hij dit niet meer moest doen. En zo was het poets wederom poets.
Als de klompen versleten waren, werden ze op een hoop gegooid om daarna nog de bestpassende klomp nog te gebruiken. En als ze dan helemaal versleten waren, kon men ze nog gebruiken voor voederbak bij de konijnen, of als vogelhuisje.

©2011 Dick Buskermolen